Weerstand bestaat niet
Vaak als mensen niet willen meewerken, dan zeggen we dat ze in de weerstand gaan. Dat zie je ook in therapieland gebeuren. Jantje werkt niet mee, dus Jantje heeft weerstand.
Pietje doet niet wat er gezegd wordt, dus Pietje heeft weerstand. Het werkt niet bij Annie, nee want Annie heeft weerstand.
Ten eerste is weerstand geen ding wat iemand heeft, maar iets dat hij doet. Dat is al een belangrijk verschil, want door te roepen dat iemand weerstand heeft kan ik het makkelijk afschuiven natuurlijk.
Er zijn geen mensen met weerstand. Die bestaan niet. Wel mensen die weerstand doen. En waarom werken ze bijvoorbeeld niet mee? Omdat de therapeut niet vaardig genoeg is om ze mee te krijgen.
Dat krijg je nu eenmaal met protocollen. Als iedereen in een hokje, schema of boekje moet passen, dan heb je een uitdaging. Aardig wat mensen krijg je er nog wel in, maar niet iedereen. Zo simpel is het.
Je ziet het gebeuren bij meiden die anorexia doen. Een aantal van die meiden die worden opgenomen die zijn meteen genezen. Die worden weggerukt bij hun ouders, in een kliniek gezet en die overgang is zo shocking en pijnlijk dat ze zichzelf meteen genezen. Die pijn is erger dan de anorexia zelf en daardoor werkt het.
Wat denken de hulpverleners? Dat hun therapie werkt. Nou… De rest die er blijft zitten die hebben een lang traject voor de boeg met allerlei slechte suggesties als ‘je bent ziek’, ‘je komt hier nooit meer vanaf’ en meer van dat soort geweldige suggesties.
Een deel daarvan overleeft het en kan haar of zijn leven weer oppakken. Een op de tien overleeft het niet en mag zelfs euthanasie als niets blijkt te werken.
Niets is in dit geval ‘reguliere therapie’. Niet de 500 andere alternatieve manieren die je ook zou kunnen doen.
Waarom het niet werkt? Ze hadden teveel weerstand. Het kwam niet binnen.
Weerstand bestaat niet, dat is simpelweg een andere hypnose. Je was niet vaardig genoeg om die persoon mee te krijgen met jou. Dat is hoe het is. Dat is niet erg, maar schuif het niet af.
Een mens heeft allemaal kanten en een eigen unieke kleur. Wanneer de pijn groot is, dan gaat hij de kleur die hij nog heeft beschermen met een kant die hij creëert. Je zou het weerstand kunnen noemen, maar je zou het ook kleurbehoud kunnen noemen.
Als je dat beseft, dan is jouw taak juist om al die andere kanten op te gaan zoeken en dan vooral de kant die ‘de weerstand’ beschermt. Die kant voelt en doet het echte probleem. Hoe meer je probeert te vechten met de weerstand kant, hoe meer het niet lukt. Hoe meer je probeert die andere kant naar voren te halen, hoe beter het is.
Hoe maak je iemand blij? Door zelf blij te zijn.
Hoe zorg je ervoor dat iemand zijn pijn toont? Door zelf in de pijn te gaan…
En die laatste is vaak de missing link in therapieland…
In liefde ❤️