Negatieve entiteiten: Hypnose helpt
Een tijd geleden hielp ik Nourië die sinds het overlijden van haar volwassen neef niet meer bij haar zus durfde te slapen. Hij was verongelukt met zijn auto. Toen hij nog leefde was ze er vaak, maar sinds het overlijden van haar neef op 30-jarige leeftijd durft ze er niet meer te gaan slapen. Ze voelde zich hierover schuldig tegenover haar zus, maar ze had het gevoel van een negatieve entiteit in de woning en vond dat doodeng.
Hypnotherapie helpt tegen allerlei angsten. Ook de angst voor spoken of negatieve entiteiten[1]. Reden genoeg om Nourië hiermee te helpen.
Het probleem achterhalen
Ze had ook angst voor dat dode mensen kunnen opstaan als een soort spook, dus niet als een zombie. Er is geen lijf, maar het is meer de energie en dat voelt heel erg zwaar. Het gevoel staat voor haar en komt op haar af.
Ik vroeg haar om er een beeld van te maken en te omschrijven hoe dat er dan uitziet.
Dit was iets groots wat op haar afkomt en wat haar heel klein maakt. Het zou een doorzichtig grijze kleur zijn, als een soort mist.
Ze durfde daar ook niet doorheen te gaan om naar de andere kant te komen waar dan waarschijnlijk niets is. Want dan was ze bang dat ze in die mist ongezien gepakt zou worden. Bij de keel gegrepen.
Heel begrijpelijk om daar bang voor te zijn.
Ik vroeg haar of de mist handen heeft?
Nourië: “Ja, want het grijpt haar echt bij de keel.”
Dus dik grijs doorzichtig met handen. En volgens Nourië had die ook nog hoektanden, zoals Dracula. Dat vond ze vroeger ook doodeng. Echter, het had wel de ogen van Casper het spookje. Een tekenfilm van vroeger.
Dat vond ik wel vriendelijk. Ik ging verder met de volgende suggestie: “Dus hij kijkt vriendelijk terwijl die je bij de keel pakt. Is die dan niet vriendelijk?
Sommige mensen zien er niet uit aan de buitenkant, maar het zijn hele lieve mensen. Dat je ze eerst eng vindt, maar als je in gesprek gaat, dan is het eigenlijk wel een leuk iemand.”
Had ze dat wel eens meegemaakt? Dat het meeviel vergeleken met de eerste indruk.
“Zo’n mist kan er ook niets aan doen dat die van die handen heeft. Heb je wel eens gevraagd, wat wil je eigenlijk?
Doe je ogen eens dicht en stel je voor dat die grote dikke structuur mist op je afkomt en hij grijpt je bij de keel, maar hij heeft ook die vriendelijke ogen van Casper. Dat is best apart. Vraag eens “wat wil je nu eigenlijk?”. Wat komt er dan in je op? Wat gebeurt er nu?”
Nourië: “Hij verzacht iets.”
Edwin: “Misschien wil hij alleen maar aandacht dan. Vraag nog maar eens wat hij wil.”
Nourië: “Hij wil gezien worden.”
Edwin: “Zeg maar “Ik zie je”, wat gebeurt er nu?”
Nourië: “Er komt heel veel verdriet hier.” (gebaart naar haar hart)
Edwin: “Ja, laat maar gaan. Hij wil alleen maar gezien worden. Zit je in schimmenland, wil je alleen maar gezien worden, allerlei manieren vinden. Het is net Beauty and the Beast. Jij bent dan Beauty. Het lijkt helemaal verschrikkelijk. Hij is helemaal verstopt in schimmenland en dan is er iemand waarmee die contact kan maken en dan kruipt die ook weg.
En dan denkt die “zie je wel”, maar nu niet. Nu heb je hem aangekeken en dan voel je inderdaad veel verdriet. Bij jou, maar misschien ook wel bij die ander.”
Ik vroeg haar hoe het nu voelde, nu ze hem gezien en gevoeld had? Het voelde nu wel minder eng. Als ze bij haar gevoel was was het minder, maar dan schoot het weer in haar hoofd en dan begon die weer te denken.
Ik ging verder met de suggestie: “Doe nog een keer je ogen dicht en dan komt die grote, grijze, dikke structuur weer, met handen, tanden…”
Ik werd onderbroken dat de ogen nu waren veranderd in “laser-dingen”, ze waren niet meer vriendelijk.
Edwin: “Oké, maar wat zegt die dan?”
Nourië: “Ik kom je halen.”
Edwin: “Oké, ik kom je halen. Nou, dan gaan we dan, waar gaan we dan naartoe? Wat zegt die dan?”
Nourië: “Hij wil niet dat ik leef of zo, dat idee.”
Edwin: “Waarom niet?”
Nourië: “Geen idee. Het is daar helemaal zwart.”
Edwin: “Oké, dat is zijn taak dan. Beetje bang maken.”
Hulp vragen om het probleem op te lossen
Toen waren er volgens Nourië opeens twee. Een met vriendelijke ogen en een met gemene laserogen. Ik gaf haar aan dat ze die vriendelijke on vragen om hulp. Bijvoorbeeld:
“Zou jij me willen helpen? Zou jij me willen helpen, want jij bent nogal groot weet je wel eh… flinke dikke structuur met tanden en zo… En eh, zou jij me wil helpen tegen die priemende gast?”
Volgens Nourië had dit direct effect, want de vriendelijke kroop voor de gemene en dan was de priemende weg.
Dat was natuurlijk helemaal top en toen vroeg ik haar hoe het nu voelde.
Nourië: “Mijn hoofd is hel helemaal zo van “Waar ben ik mee bezig? Dit gaat nergens over. Die moet ik even stil zien te krijgen.”
Edwin: “Dat klopt, het gaat ook nergens over, maar dat is helemaal niet erg. Kijk voor je brein maakt het niet uit of het echt is of fantasie. Daar gaat het allemaal niet om. Het is gewoon een verhaal wat je belemmerde en je maakt een nieuw verhaal wat werkt voor je. Kijk en dat hoeft niemand dat per se te weten. Wat kan jou schelen, ja nou er staat een of andere dikke mist voor je die Je beschermt, top! Stel je voor: je gaat naar je zus en je komt daar binnen… Wat gebeurt er nu?”
Ze gaf aan dat er overdag niet zoveel aan de hand was, maar wel ’s nachts. Dus ik vroeg haar om zich voor te stellen dat ze daar zou slapen. Wat gebeurde er dan?
Nourië: “Ja, ik durf dus niet alleen te slapen, dan moet zij bij me liggen en als ik naar de wc moet, de wc is beneden, dan moet ze ook mee.”
Ik vroeg haar wat er nu gebeurde als ze eraan dacht dat ze wel alleen daar zou liggen. Dan ging het vriendelijke spook met haar mee.
Ik vroeg hoe dat voelde. Dat voelde rustig.
De suggestie van beschermers
Dus ergens wilde Nourië dat ze beschermd zou worden. Hier kon ik een mooie suggestie meemaken.
“Weet je, we hebben allemaal een soort van beschermers, zou je kunnen zeggen. Ik noem het even engelen, maar je kunt het eigenlijk van alles noemen, maakt niet uit. Daar verdiep ik me nu in. Grappig toch?
Dan heb je dus degenen die aan de schaduwzijde staan, ik noem ze voor het gemak de broeders van de schaduw. Zij hebben hun eigen taak om mensen weg te houden van wat ze hier werkelijk moeten doen, op allerlei manieren. En dan heb je nog de witte broederschap of andere spirits die ook een taak hebben. Het interessante is dat de broeders van de schaduw gewoon hun ding doen en mensen afhouden, terwijl de witte broeders wachten tot je om hulp vraagt en verder niets doen.
Dus als jij constant om hulp blijft vragen, bijvoorbeeld in de vorm van Casper het spookje (maakt niet uit welke vorm het aanneemt), hoort dat bij de lichte kant. Het gaat er niet eens om in welke vorm ze verschijnen, of het nu mist is of iets anders. Het idee is gewoon: "Oké, ik wil geholpen worden" en boem! De schaduwbroeders gaan verder naar iemand anders omdat zij er niet om geven. Met 8 miljard mensen zijn er genoeg anderen die geen hulp vragen en dus hebben zij genoeg werk.
Stel je nu voor dat je daar alleen in bed ligt bij je zus... Wat gebeurt er dan als je daaraan denkt?”
Er was nog wel angst, maar ze moest wel die Casper voelen.
Iets ernstigs grappig maken
Ik vroeg haar waar ze bang voor was wat betreft de angst. Ze was toch bang dat het slechte spook haar zou komen halen en haar wurgt. Ik vroeg haar toen wat er was gebeurd met de persoon die is overleden. Die was tegen een boom geknald met de auto en de nabestaanden hebben geen idee of hij bewust of onbewust was op dat moment.
Dus ik gaf aan stel dat het bewust was, mensen nemen hun eigen beslissingen. Het klinkt een beetje hard voor sommige mensen wat ik nu ga zeggen, maar als het niet had mogen gebeuren was het niet gebeurd. Er zijn zat mensen die het gewoon niet lukt, want blijkbaar mocht het niet gebeuren.
En ook als het gaat om angst voor iets in de toekomst. Sommige mensen zijn bang dat een bepaald iets gaat gebeuren en wachten dan daar 50 jaar op en als het dan gebeurt kunnen ze zeggen “zie je wel”. Maar ja, vijftig jaar daarvoor gebeurde er niets, dus dan hadden ze net zo goed niet bang hoeven zijn.
Dus waarom zou je bang zijn? Als het komt dan komt het en als het niet komt, komt het niet.
Soms is iets onvermijdelijk, maar het gebeurt zelfs dat mensen genezen van kanker wat niet te genezen was en andere mensen gaan weer dood aan dezelfde kanker, waardoor je denkt: He? Maar hoe kan die ander nou genezen?”, ja blijkbaar mocht net niet gebeuren.
En als mens willen we graag controle. Ik doe er ook alles aan om zo lang mogelijk te leven, maar ik weet ook dat al leef ik gezond en ben ik heel goed beter, als ik onder een bus komt dan houdt het op. En dan heb ik heel gezond geleefd.
Terwijl dit allemaal aan het vertellen was schoot Nourië in de lach. Dit is belangrijk, want als mensen kunnen lachen is het geen probleem meer. Dit versterkte ik door nog even door te gaan.
“Ja, ja, ik moet toegeven dat het nogal cru klinkt, maar ja, dan staat er op mijn grafsteen: "Hij stierf ondanks zijn gezonde levensstijl." Ja, het is heel vervelend, maar zo is het nu eenmaal. Maar weet je wat? Ik wil gewoon nu genieten van het leven. Daarom doe ik tegenwoordig wat gezondere dingen dan vroeger. Niet omdat ik koste wat kost mijn leven wil rekken, maar omdat het lekker is om me goed te voelen. Als ik de kans krijg om langer te leven, dan graag natuurlijk. Maar ja, ik besef ook dat het morgen plotseling voorbij kan zijn. Dus vandaag heb ik in ieder geval wel lekker geleefd.”.
Duistere entiteiten en depressieve klachten
Toen gaf ze aan dat ze met haar eigen leven ook in een schemergebied zit. Daarvoor gebruikte ze dan altijd een depressie. Dat deed ze dan. Dan is ze niet dood, maar ze leeft ook niet. Dan blijft ze in dat schemergebied.
Dat herkende ik, dat je dan maar alvast het ergste bedenkt, want dan heb je het al bedacht. Ik noemde allerlei van dat soort voorbeelden. Dat je ook jezelf maar teleurstelt, zodat andere mensen je niet kunnen teleurstellen. Dan sla je bijvoorbeeld een uitnodiging af, zodat het feestje niet kan tegenvallen.
Of dat je alvast iemand gaat kwetsen zodat jij niet gekwetst kunt worden. Dan ben je gewoon niet een leuk persoon voor andere mensen, maar je doet dat puur vanuit pijn, puur vanuit zelfbescherming, een soort schijnveiligheid. Totdat je erachter komt dat je niets te verliezen hebt.
Want als je niets te verliezen hebt, kun je net zo goed je gevoelens uitspreken en zeggen wat ik vind. Hoe gek het ook is. En precies de mensen die het niet gek vinden, daar ga je dan na verloop van tijd mee om.
Dat kan wel lang duren. En op een gegeven moment merk je dat die mist, de nevel van de depressie, wegtrekt, want dan denk je “Ja, weet je, ik ga mezelf niet meer in schemer gebied zetten. Ik zet me gewoon in het licht nu. Ook niet in het donker. Ik zet er gewoon een bouwlamp op of een zonlicht, misschien prettiger, maar ik zet mezelf in het licht.
Mensen zijn vaak bang voor hun eigen licht, want ja, zo’n lichtstraal. “Oh, wat zullen de anderen wel niet denken?” Er komen er allemaal van die stemmen op, maar die stemmen kun je categoriseren van de broeders van de schaduw, want die willen ook niet dat jij in dat licht gaat stappen. Stel je voor: je gaat allemaal mensen inspireren. Mensen blij maken, misschien ga je zelfs mensen helpen om van het schaduwgebied naar het licht te gaan.
Dat vinden ze niet leuk. Dat doen ze bij mij ook. Ze proberen me van alle kanten tegen te werken, maar ik vraag hulp."
Het idee dat God niet je vriend is
Terwijl ik dit aan het vertellen was vroeg Nourië aan wie ik dan hulp vroeg, want ze vond het allemaal nog niet tastbaar. Ze kon het niet vastpakken.
Dat kun je vragen aan wie dan ook. Eerst gaf ik aan dat ze het aan God kon vragen, maar daar kon ze verder niets mee omdat ze ruzie had gehad met God. Toen moest ik het idee van een oordelende God eerst veranderen naar een God die meer een soort vader of moeder voor je is. Die ondanks alles wel van je houdt en dat hij de wereld heeft geschapen zodat je er wat van kunt leren.
Ik gaf op gegeven moment deze suggestie:
“Stel je voor: God heeft dit geschapen. Stel je voor: die heeft dit allemaal geschapen met ons erbij, weet ik het allemaal. Die (God) weet toch wel wat voor ellende die allemaal hebt geschapen? Dan weet hij toch ook wel dat wij hem helemaal verrot gaan schelden? Dat snapt hij toch wel? Dat heeft hij toch ook allemaal geschapen? Dus dat vindt hij dan toch prima? Die weet gewoon “Oké, maar jij wordt hier beter van. Jij moet hier achter komen dat jij gewoon nog steeds in het paradijs bent, maar dat je er een hel van maakt in je hoofd. Daar moet je achter komen. Nou, en ik geef je allerlei situaties om daarachter te komen. Nou en die situaties zijn over het algemeen k*t, laten we eerlijk wezen, want anders kom je er niet achter. Anders leer je niks. Als het allemaal leuk is leer je niks. Nou ja, en dat is met dit ook zo.”, maar goed. Als je zo denkt om uit dat schemer gebied te stappen Wat gebeurt er nu?”
Nu ervaarde ze vooral veel hoop. Het gevoel dat ze niet alleen was, was veel groter.
Dat klopt ook, want je hebt altijd een hogere macht bij je. God, Allah, de bron, geef het maar een naam. Ik ging verder met de suggestie.
“Hij hoopt gewoon, of zij hè, dus dat je op een gegeven moment in gaat zien van “Oh wacht eens even… ik doe dit gewoon allemaal zelf in mijn hoofd.” Weet je wel. “Ik hoef hier niet naar te luisteren. Ik hoef niet te luisteren naar de broeders van de schaduw”, om het maar even zo te zeggen. “Ik hoef daar niks mee. Ik hoef er niks mee. Ik hoef me niet te identificeren ermee. Misschien zijn ze wel niet eens van mij”, bij wijze spreken “en al zijn ze van mij, ja mijn brein die genereert dat gewoon. Ik hoef daar niks mee. Het enige wat ik hoef te focussen is: Ja, de hulp die er is en ik laat gewoon het leven gaan zoals het is en ik heb daar een idee bij. Ik ben geïnteresseerd en ik volg blijheid, waar ik blij van word, daar ga ik meer van doen en ik weet niet waar het uitkomt, maar ik weet wel dat als ik dat meer doe, word ik blijer.” Ja, en dan zeggen ze: “Ja waarom doe je het?”, “Ja omdat ik er blij van word eigenlijk.”, “Oh ja en dat is het. maar hoe zit het dan met dit, dit, dit, dit, dit.”, Ja, heb geen idee en soms moet je dingen doen waar je misschien wat minder blij van wordt, dat kan en ik word niet zo heel blij van belastingaangiftes, maar ja… Moet ook ja, want ik word nog minder blij van boetes. Dus ja, dan is het ook weer een keuze hè.”
Ik vroeg Nourië hoe ze er nu over dacht.
De taak van duistere entiteiten in je leven
Ze gaf aan dat ze nu vooral ervoor koos om moeder te spelen en van alles te moeten doen, dat dan vervolgens niet doen en dan daar weer verbolgen over te raken.
Wat ze namelijk wilde doen was emotioneel gericht lichaamswerk voor migrantenvrouwen. Dat wilde ze graag opzetten, maar het speelde zich vooral af in haar hoofd.
Toen gaf ik aan dat het vaak gaat om het zetten van kleine stapjes. Waarschijnlijk kende ze al vrouwen van haar doelgroep, maar was ze al begonnen met één?
Dat was niet het geval, dat durfde ze niet. Ze was nu ook vooral nog aan het nadenken over websites en dat soort zaken wat ze nodig zou hebben om te beginnen.
Terwijl mensen die ze het vertelt allemaal enthousiast reageren.
Toen begon ik te vertellen dat mijn bedrijf ook niet vanaf dag 1 zo succesvol wat als nu en dat je gewoon moet beginnen.
Toen gaf ze op gegeven moment aan dat ze wel een paar keer die eerste stappen doorlopen heeft, van beginnen met één persoon, maar dat ze dan afhaakt als puntje bij paaltje komt. Zodra het echt begint te worden dan kapte ze ermee.
Nourië: “Bijvoorbeeld, Ik heb gesprekken gehad ook in buurthuizen, maar ook elders en die zeiden dan “Nou kom maar we hebben een groep zelfs voor je dit en dat” en dan organiseer ik het wel zo dat het niet door kan gaan.”
Ik gaf aan dat die schaduwzijde dan toch zegt “niet doen, niet doen, niet doen. Je moet helemaal naar achteren in die donkere plek.” Dat ze niet willen dat je mensen helpt. Stel je voor dat je mensen in de verlichting brengt, dat is niet de bedoeling. Ik gaf ook aan dat die negativiteit dan de taak is van de schaduw. Het is hun taak om iedereen in de schaduw te houden.
“Kijk: ik heb dat ook meegemaakt. Je wordt echt op alle kanten tegengewerkt hè, ogenschijnlijk hè, want in principe hoef je er niet naar te luisteren… Maar ja, in het begin ben je wel bang dat het niet goed komt. Slapeloos nachten, zweten, dit, dat weet je wel. Nou en op een gegeven moment sta je in dat buurthuis en dan gebeurt het en denk je “Ja, er is niks aan de hand” en dan ben je bezig en dan later denk je “Oké, nou en dan komt de volgende stap. Oh we gaan a de groep groter maken.” Bam word je weer naar achter getrokken “ho, ho, ho, ho vijf mensen is prima ja, nu wil je vijftien mensen.” Krijg je weer die whirlpool, die whirlpool. Dan denk je op een gegeven moment “Oh deze (emotie/gedachten) herken ik. Hé, thanks boys. Dank je, maar ik ga gewoon die kant op.” Vinden ze heel vervelend, maar ook wel prima.”
Controle op de duistere entiteit
Die negativiteit is gewoon de taak van de duisterheid. Net als de tijger gewoon bijt, is negativiteit de taak van negatieve entiteiten. Maar als je er niet in meegaat, dan kun je andere gevoelens krijgen. Die negativiteit is gewoon de taak van negatieve entiteiten. De taak is niet eens persoonlijk. Het is gewoon wat het is.
Ik legde uit dat je jezelf dus in het licht wilt zetten en die negativiteit wilt weerstaan. Dat kun je doen door hulp te vragen, bijvoorbeeld van God of Allah. Dan is de grip van die negatieve entiteiten namelijk weg.
Toen onderbrak ze me dat ze merkte dat ze daar echt een woord of beeld voor nodig had, maar niet Allah of God of zo.
Ik vroeg Engelen dan? Toen gaf ze aan haar moeder.
Dat nam ik mee in de volgende suggestie:
“Ook helemaal prima. Ja, nou zeg je “Mama! Help me dan ook goed.” Het woord is prima. Kijk het woord is prima, als je maar gevoel hebt “Oké, Ik word geholpen door mijn moeder en door alle generaties daarvoor nog.” Die hele vrouwenlijn dat is ook lekker, hè? Mama, oma, overgroot oma. Kom op, kom op, hup. Oké, dat je denkt “Oké, beetje vrouwenpower en hupsakee erin ja.”.”
Dan laat die schaduwkant je ook gaan. Dan is het opeens “Oké prima, dan ga je het toch lekker doen, joh.”
Ze gaf aan dat ze merkte dat ze die schaduwkant toch wel heel erg groot maakte, terwijl ze die andere lichte kant ook klein houdt.
Hier kon ik mee verder met de volgende suggestie:
“Ja, precies, maar doe dat dus andersom. Dus doe je ogen eens dicht en maak die ene kant heel klein. Als een soort klein zwak puntje… Wat je helemaal wegschuift tot aan de horizon en die andere kant. Bijvoorbeeld de vrouwenlijn of je moeder of weet ik veel, die maak je heel groot, zet je helemaal vol in het zonlicht, helemaal vol in het licht, dat is die ene kant zodat hij ook helemaal verspreid wordt over die andere kant dat eigenlijk ook die andere kant helemaal in het licht is. Je ziet daar wel heel ver een klein zwart puntje ergens, maar dat is bijna irrelevant. Wat gebeurt er nu?”
Ze had het gevoel dat haar borst open ging en dat ze nu ver kon kijken.
Edwin: “Ja, precies, en als je nou met dit gevoel denkt om eh 's nachts alleen bij je zus te gaan slapen Wat gebeurt er nu?”
De verandering
Nu voelde ze zich rustig. Om dit gevoel en de breinverbindingen te versterken herhaalde ik de vraag nog even of het echt rustig voelde.
Ik gaf haar vervolgens de suggestie:
“Ja, haal die stip wel steeds meer naar voren nu. Van de schaduwkant zeg maar… Die haal je weer mee naar voren. Maar merk je dus dat je dat zelf dan doet?"
Nourië: “Ja”
Hierop ging ik nog even door dat ze merkte dat ze zelf die duisternis naar voren haalde. Ik gaf haar ook de suggestie om die duisternis te verplaatsen, zodat ze nog meer het gevoel van controle over de duisternis zou krijgen. Dit vond ze inderdaad lekker, tegelijkertijd vroeg ze zich af waarom ze die duisternis zo serieus nam.
Dat was voor mij het signaal dat de suggesties hun werk al hadden gedaan.
Edwin: “Maar dat is goed. Dat is het begin van “Waarom neem ik dit eigenlijk zo serieus?”, want dan ben je er eigenlijk al. Dan ben je niet meer ermee geïdentificeerd. Snap je wat ik bedoel? Dan ben je echt al een lichtjaar verwijderd daarvan. Dat lijkt misschien niet zo, maar als jij reflectie hebt op je eigen gedachten. Dus zegt van “Waarom neem ik dit serieus?”, echt dan wordt het al anders, want je krijgt er een ander gevoel bij en zeker als je het in een andere toon zegt zo van “Waarom neem ik dit zo serieus eigenlijk?” Zo’n toon… Oké nou laat ik die andere kant eens wat serieuzer nemen. Gewoon de kant die vindt dat ik die vrouwen met die migratieachtergrond moet gaan helpen. Ja, misschien moet ik die wat serieuzer gaan nemen.”
Ik vroeg haar wat er nu gebeurde als ze eraan dacht. Haar lichaam voelde rustig en open, ook als ze dacht aan de zware energie. Die kon door haar heen gaan, dat was oké, niets aan de hand.
Het probleem was dus opgelost 😊.
Bekijk hier de hele sessie:
Wil jij ook mensen helpen die last hebben van angsten? Kom dan eens naar de gratis online masterclass.
Of schrijf je direct in voor een van onze opleidingen.
Bron: