Emotie woorden: Gebruik ze om een probleem op te lossen

Een goed gesprek waarin alles oplost. Is dat mogelijk? Ik bestudeer vooral hoe je mensen snel kunt helpen met iets te veranderen. Of zelfs bij jezelf.

Dit heeft me altijd super gefascineerd. Zo ben ik tot het inzicht gekomen dat het helpt als ik mezelf bestudeer in een voorgesprek, dan vraag ik mezelf: “Hoe doe ik dat nu? Hoe komt het dat ik succes heb (wanneer ik dat heb), want dat is niet altijd zo.”

Vroeger vroeg ik ook wel vaak:  “Waarom lukt het nou niet?” Maar dat is eigenlijk helemaal geen handige vraag om te stellen. Dit vroeg ik ook wel aan cliënten, maar dat is dus niet handig. Dan krijg je van jezelf soms hele vervelende antwoorden, zoals dat je gewoon slecht bent of zo.

Het triggerde bij mij dat ik ging letten op wat niet goed ging en wat wel goed ging dat bestudeerde ik niet, waardoor ik er niet van leerde.

Maar nu bestudeer ik juist wel sessies die heel goed gaan. Dan zie ik terug wat ik heb verbeterd aan de sessies die vroeger niet goed gingen.

Dit was vaak rapport, de klik met mensen, of dat ik gewoon niet goed luisterde naar die mensen. Ik wilde eigenlijk direct de techniek toepassen die ik in mijn hoofd had. Helemaal niet handig.

Dat heb ik allemaal verbeterd, dus nu zit ik er anders bij wanneer ik een sessie doe. Hierdoor heb ik nu bijna altijd in 1 of 2 sessies resultaat bij mensen.

Zijn die mensen dan helemaal van hun probleem af? Niet altijd, dat hangt ook van de persoon af. Als de persoon een hele stabiele omgeving heeft dan geloof ik wel dat je met 1 sessie van bepaalde problemen kunt afkomen. Dit probleem is dan ook redelijk eenvoudig op te lossen, doordat er duidelijk een gebeurtenis is die voor het probleem heeft gezorgd.

Maar heb je een heel traject, je hebt bijvoorbeeld van je 5e tot je 20e jaar een hele problematische jeugd gehad, dan kan je dat veranderen en misschien kun je ook wel in 1 sessie een resultaat hebben, maar wat dan? Want je wordt een andere persoon.

Als je een stabiele omgeving hebt, dan gaat dit goed.

Maar stel je voor dat jij je omgeving hebt samengesteld vanuit dat probleem. Dat je vroeger gepest bent en hierdoor onbewust al je relaties hierop hebt uitgekozen. Je zoekt een niet-pester. Als dit je niet meer interesseert had je die persoon misschien niet gekozen als partner of vriend en dan kan dat weer een probleem worden.

Dan heb je meerdere sessies nodig om hierin iemand te begeleiden om dat allemaal in goede banen te leiden.

Maar met dit kijken naar wat ik goed doe kreeg ik een inzicht dat ik graag met je wil delen.

Jouw emotie woorden zijn uniek

Als je kijkt naar je eigen leven, dan zijn er dingen die je heel tof vindt. Daar gebruik je bepaalde woorden voor zoals intens, te gek, super, fantastisch en bijvoorbeeld zo mooi. Dit zijn allemaal woorden die ook geladen zijn met een bepaalde toon. Je voelt het bijna wanneer je het hoort.

Dit zijn ook triggerwoorden. Die woorden met die uitspraak triggeren een gevoel, een kettingreactie.

Dan heb je ook de andere kant dingen die niet leuk zijn. Daar heb je ook bepaalde woorden voor die je zegt op een bepaalde toon.

Honden, mensen, podium, lift, een kleine ruimte, dat kan ook van alles zijn en dat is voor iedereen persoonlijk.

Die starten weer een andere kettingreactie.

In de hersenen bepaalt je linker hersenhelft wat het woord betekent, vervolgens koppelt je rechter hersenhelft daar een emotie aan[1].

Wat wel interessant is, is dat over het algemeen abstracte woorden meer emotioneel geladen zijn dan concrete woorden[2]. Dus een idee woord, zoals motivatie of angst, is meer emotioneel geladen dan een zelfstandig naamwoord, maar dit kan dus per individu verschillen.

Dit zijn de woorden van je cliënt en je hoort wat die zijn wanneer hij ze uitspreekt, de ene keer is het top en de andere keer niet.

Emotie woorden door elkaar gebruiken

Die woorden kun je eens door elkaar gooien en dat geeft hele interessante effecten. In de NLP hebben we een techniek die heet “the collapsing anchor”. Je verankert een gevoel, bijvoorbeeld door een aanraking. Je cliënt moet lachen en dan druk je op de schouder.

Vervolgens kun je checken of die lach weer tevoorschijn komt als je jouw cliënt op de schouder tikt. De angstgevoelens kun je ook ankeren, bijvoorbeeld op de andere schouder.

Wat gebeurt er dan wanneer je ze beide indrukt?

Dat is natuurlijk heel verwarrend. Het is dan de bedoeling dat het goede gevoel zo sterk is dat hij het andere gevoel verdringt. Dat het andere gevoel instort of collapsed.

Deze techniek is super effectief, maar hij is ook link, want als de angst sterker is dan verdringt die juist het goede gevoel en is je cliënt alleen nog maar bang.

In wezen is dit iets wat je met elke techniek probeert, maar dan op andere manieren. Je wilt dat positieve gevoelens de overhand krijgen. Gelukkig reageert je brein vaak sterker op positieve woorden over jezelf dan op negatieve woorden[3].

Dat kan ook in een gesprek. Als iets intens mooi en goed is en een lift is eng, dan kun je daarvan maken: Dat sommige liften wel heel mooi zijn. Dan zal iets moois opeens gekoppeld zijn aan een lift.

Dan zijn ze nog niet gelijk van die angst voor liften af, maar er is al wel een nieuwe verbinding gemaakt en die verbindingen blijf je maken.

Je koppelt een geladen woord van de cliënt terug en die hussel je door elkaar. Dan gebeuren er super interessante dingen. Dan kan iemand na 20 minuten opeens zeggen: “Hé het is weg, hoe kan dat?”

Dat komt dan doordat je als therapeut de woorden door elkaar blijft husselen totdat het goed voelt.

Ik kwam erachter dat ik dit automatisch doe wanneer een sessie goed gaat.

Dus dat wilde ik even delen, zodat het ook bij jou goed kan gaan.

Beluister ook deze podcast:

https://www.buzzsprout.com/195236/2532454-hoe-je-jouw-woorden-effectiever-kan-gebruiken?play=true

De koppeling van werkwoorden aan zelfstandig naamwoorden

Een grammaticaal partikel die werkwoorden koppelt aan zelfstandig naamwoorden zegt volgens onderzoekers iets over de innerlijke wereld van mensen. Het zegt iets over hoe ze tegenover bepaalde zaken in het leven staan[4].

De manier waarop mensen dus een werkwoord aan een voorwerp koppelen, of een abstract voorwerp, kan je inzicht geven in hoe je cliënt zich voelt over iets.

Dit kan handig zijn om op in te haken tijdens een voorgesprek of tijdens de sessie zelf.

Hypnose en het gebruik van woorden

Je kunt de woorden van je cliënt dus gebruiken met allerlei technieken om ze van angsten en andere problemen af te helpen. Woorden en gebaren spelen een belangrijke rol in hypnotherapie[5]. De woorden die je gebruikt hebben namelijk invloed op hoe goed de suggestie die je geeft door je cliënt wordt opgevangen en wordt gebruikt in het onderbewuste.

Het is ook belangrijk om de emotie woorden van je cliënt te kennen, zodat je niet per ongeluk een voor hem negatieve suggestie geeft, terwijl je het positief bedoelt.

Een visualisatie van een rustige plek in een bos is bijvoorbeeld helemaal niet rustgevend voor iemand die ooit iets naars in een bos heeft meegemaakt. Daarom kan het soms ook handig zijn om bij visualisaties een beetje vaag te blijven, zodat je cliënt zelf in zijn gedachten een prettige omgeving kan creëren om even helemaal te ontspannen.

Als je door het voorgesprek of andere technieken tijdens de sessie al weet wat door je cliënt positief wordt ervaren, kun je dat gebruiken in je visualisatie. Als je cliënt iets “te gek” vindt kun je die term gebruiken om die positieve emotie te versterken in bijvoorbeeld een visualisatie.

Wil jij weten hoe hypnose en hypnotherapie precies werkt? Kom dan eens naar een gratis online masterclass over hypnose.

Of schrijf je direct in voor een van de opleidingen van het Hypnose Instituut Nederland, waar je direct begint met technieken om jezelf (of juist andere mensen) te helpen. Ideaal als je coach, therapeut of iemand bent die mensen gewoon verder wil helpen.

De opleidingen worden online gegeven vanuit een professionele studio met voldoende assistentie voor een-op-een aandacht om je alle ins en outs van hypnotherapie te leren.

Bronnen:

[1] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/21533883/

[2] https://psycnet.apa.org/record/2010-26153-001

[3] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/14594739/

[4] https://psycnet.apa.org/record/2002-08634-021

[5] https://journals.sagepub.com/doi/abs/10.1177/0310057X0403200513