Onlangs hielp ik Osca die ondanks dat ze jarenlang honden had gehad, bang voor honden was geworden. Niet voor haar eigen hond, maar voor honden die ze dan tegenkwam als ze ging wandelen.
Angst voor honden kan heel goed behandeld worden met hypnose (1). Ook als het angst is voor wat je kunt krijgen als een hond je zou bijten. Dat was niet haar angst, maar het laat zien dat hypnose veel kan doen.
Want als ze wandelde met haar hond en er kwam een andere hond aan dan kon ze toch aan haar lichaam merken dat dat een probleem was.
Op zich vond ze het niet erg dat ze drie keer door een hond was gebeten, maar ze merkte toch dat er een angstreactie in haar lichaam kwam als een tegemoetkomend iemand een hond bij zich had.
Toen Osca dertien was is ze ook door een eigen hond gebeten. Die was toen acht maanden. Ze gaf haar moeder een kus en toen haalde de hond uit.
Nu heeft ze een hondentraining waarbij ze dicht bij de hond moet zijn, zodat ze leert om goed met de hond te communiceren. Dat geeft toch een andere energie. Ze wilde van haar angst af zodat ze een betere band met haar hond en andere honden kon hebben.
De angst een cijfer geven
Om te zien wat nu eigenlijk het probleem met de angst is wat opgelost moet worden, kun je cijfers geven aan de angst en aan de angst bij specifieke momenten.
Ik vroeg haar welk cijfer ze de angst voor honden zou geven als ze aan een hond dacht. Dat was een vier.
Als ze dacht aan de gebeurtenis dat ze gebeten werd, gaf dat veel spanning en pijn op haar lippen omdat ze daar gebeten was. Dat cijfer gaf ze een 7.
Dat was toch een ander cijfer. Ik vroeg haar wat ze deed voordat ze door die hond gebeten werd. Dat ze op haar kamer was dat wist ze nog, maar wat ze deed, dat weet ze niet meer. Waarschijnlijk huiswerk maken of muziek luisteren.
Nadat ze gebeten was ging ze ook naar het ziekenhuis. Maar op een gegeven moment was het voorbij. Ik vroeg aan haar wat ze toen deed, toen het voorbij was.
Haar grootste frustratie was dat ze toen langer moest wachten op het plaatsen van haar beugel. En ze mocht bij haar ouders slapen, omdat ze een hele dikke lip had gekregen door de beet.
Op gegeven moment was dat inderdaad ook weer voorbij. Ze ging weer gewoon naar school, ook met die dikke lip.
Ik vroeg haar hoe het was toen de dikke lip ook weg was. Daarna ging ze gewoon weer knuffelen met de hond. Dat was het beeld waar we op gingen focussen.
Ik vroeg haar of ze zo’n beeld voor zich kon bedenken dat ze lekker met die hond aan het knuffelen was.
Werken met een filmpje
Als je een tijdlijn hebt kun je namelijk werken met een filmpje en dat kan je gevoel bij bepaalde momenten veranderen.
Ik gaf haar de suggestie dat we een nieuwe film gaan maken. De eerste film is dat ze huiswerk aan het maken is met Wham op de achtergrond. Het filmpje gaat verder. Ze wil haar moeder een kus geven, maar wordt dan gebeten door die hond, allemaal gedoe en dan is alles weer goed. Het is voorbij en je bent aan het knuffelen met die hond.
Ik gaf aan dat we die film een paar keer gaan terugspoelen om te kijken wat er gebeurt met het gevoel. Omdat mensen eigenlijk nooit herinneringen terugspoelen of er wat mee doen, zoals zwart-wit maken, of iets dergelijks veranderen veel gevoelens meestal niet.
Door dit wel te doen kun je merken dat het op gegeven moment prima voelt. Dan gaan we dat gevoel generaliseren. Zodat als je weer buiten loopt met de hond en je komt een andere hond tegen dat dat ook prima voelt.
Want als de angst van het moment toch voelt als een 7, is het handig om iets met dat moment te doen.
Ze kreeg de volgende suggestie:
“Dan wil ik dat je je ogen dichtdoet en je voorstelt dat je een bioscoop binnenloopt. Die bioscoop is gewoon jouw bioscoop. Ja, dus daar kunnen mensen in zitten. Hij kan leeg zijn… De stoelen kunnen relaxed zijn… Weet ik veel, je bedenkt maar wat en het is allemaal goed, want het is jouw bioscoop. Jij voelt je daar veilig en prima. Ja, en al is er maar één stoel… Ja, dat is bij wijze van spreken goed… Dus je ziet zo die bioscoop en je gaat ergens zitten… Ja, maar ergens wel op de eerste rij, hè. Dus als er maar één rij is… Nou ja, dan zit je daar, maar als er meerdere rijen zitten… Dan ga je op de eerste rij zitten en als er een midden is, in het midden.
Dus je kijkt nu naar een wit groot scherm… Ja, wit groot scherm… Zo direct om daar die film op te af te spelen. Dus nu niet… Dus nu is het gewoon een wit scherm. Je stelt je voor dat je nu uit jezelf zweeft als het ware… Je zweeft helemaal naar achter, helemaal naar achter, helemaal naar achter… Je ziet jezelf zitten op de eerste rij… Helemaal naar achter, helemaal naar achter, je ziet jezelf zitten op de eerste rij en je gaat naar de projector kamer. Dus, nu heb je alle controle… Je hebt alle controle, je bent bij de projector kamer en je kan zo direct de film starten.
Je kan hem stoppen wanneer je wil… Je kan ermee doen wat je wil. Ja, dus zo direct gaat die film draaien. Jij staat bij de projector kamer en je ziet je zelf zitten op de eerste rij. Ja, dus ik tel zo direct van een tot drie en dan druk je op play en dan gaat de film draaien: 1, 2, 3, play.
Nou, de film draait nu en die begint en beeld is prima en die eindigt. Wham Lalala… en die eindigt bij het andere beeld, maar jij staat gewoon in de projector kamer… Jij kijkt alleen maar naar jezelf op de eerste rij en ergens daar op dat scherm gaat die film… Die draait af, maar die gaat best wel snel, draait hij voorbij. Dus jij staat bij de projectkamer. Je voelt je prima. Je voelt je veilig. Je voelt je op je gemak en je kijkt gewoon naar jezelf op de eerste rij… Op een gegeven moment is die film gewoon afgelopen… Nu is die film gewoon afgelopen al en je denkt “Oh, hij is alweer afgelopen.” Hij is op het laatste beeld en het laatste beeld is het beeld: Je bent lekker aan het knuffelen met die hond. Je bent gewoon aan het knuffelen en je ziet je zelf zitten op de eerste rij en die kijkt naar het scherm waarin je jezelf ziet knuffelen met de hond.
Nu wil ik dat je je voorstelt dat je alle kleur uit die film draait. Dus je hebt daar zo'n controle paneeltje… Dus, je haalt alle kleur eruit zodat het zwart-wit beeld wordt. Het is een zwart-wit beeld en nu zweef je vanaf de projectkamer zo in jezelf op de eerste rij. Dus je zit weer op de eerste rij en je kijkt ook naar jezelf op het scherm en je ziet daar een zwart-wit plaatje een foto van dat jij knuffelt met de hond. Je bent daar blij of je bent vrolijk of je voelt je in ieder geval op je gemak. Dat zie je aan alles en je zweeft nu als het ware… Je stapt in dat scherm. Je stapt nu in dat scherm en je bent in die ruimte en je knuffelt met die hond en je voelt je prima en het beeld is zwart-wit.
Dan tel ik zo direct van een tot drie en bij drie spoel je die hele film terug en misschien hoor je geluiden… Misschien zie je wat beelden, maar dat gaat dan allemaal in zwart-wit. Dus ik tel van een tot drie, bij drie zeg ik “Spoel terug”, dan spoel je die hele film terug.
1, 2, 3, Spoel terug…. Steeds sneller en sneller, steeds sneller en sneller, misschien hoor je wat geluid, muziekje…. Je bent weer bij het begin.
Je bent bij het begin. Je zit op je kamer… Het huiswerk aan het maken… En je hoort Wham en dan ga je weer naar het einde. Je gaat nu weer naar het einde, je bent aan het knuffelen met de hond… Einde van de film… Tel ik van een tot drie. Bij drie zeg ik “Spoel terug” en dan spoel je die hele film weer terug, maar nu twee keer zo snel nog als net dus:
1, 2, 3, Spoel terug, steeds sneller en sneller, steeds sneller en sneller, steeds sneller en sneller, ploep en weer bij het begin en je hoort weer Wham… Gelukkig was ik niet de lead zanger, hè… Dat scheelt weer, dus en je bent aan het horen… Je bent lekker bezig met je huiswerk en je gaat weer naar het eind van de film, weer naar het eind en bent aan het knuffelen, met die hond alles is zwart-wit.
Tel ik zo direct van een tot drie zeg ik “Spoel terug” en dan hoor je ook een gek muziekje: 1, 2, 3, Spoel terug en je bent weer bij het begin, (Nu in een rustigere toon) je bent weer bij het begin en nu is alles weer in kleur en je hoort Wham… En je hoort Wham en de film draait nu vooruit en die ene gebeurtenis gebeurt en je bent weer bij het einde, waarbij je knuffelt met die hond… Je stapt uit het beeld, je bent weer in de bioscoop, je loopt de bioscoop uit. De deur valt achter je dicht. Bem… Het is allemaal voorbij en terwijl je je ogen dicht houdt, als je nu denkt aan het moment op dat bed met die hond wat gebeurt er nu?”
Osca gaf aan dat ze daar nu heel neutraal tegenaan keek. Ik vroeg haar wat er was gebeurd met de spanning op de borst en lip. Die bij de lip was weg en die in de borst was ook kleiner geworden. Dit gebaarde ze met haar vinger. Ze maakte een kleine draaiende beweging.
Het gevoel helemaal uit het lichaam halen
Die vingerbeweging, daar kon ik wat mee. Dus ik liet haar die beweging nog een keer maken. Ze maakte kleine draaiende beweging. Daar ging ze mee verder. Toen moest ze van me stoppen en de beweging de andere kant opmaken, en steeds sneller en sneller.
Daarbij moest ze denken aan een moment dat ze zich heel erg op haar gemak voelde. Zo’n moment kon ze zich bedenken.
Ik vroeg haar wat ze op dat moment deed. Ze gaf aan dat ze helemaal niets deed op haar bank in de kamer waar ze tijdens de sessie ook zat.
Heerlijk! Lekker niksen.
Ik gaf haar de volgende suggestie:
“Oké, dan stap in dat moment en zie maar wat je ziet, hoor maar wat je hoort, voel wat je voelt, en laat dat gevoel - dus je mag stoppen met je vinger - laat dat gevoel wat je daar voelt, nu hier helemaal verspreiden door je lichaam. Iedere cel, vezel, zenuw, spier vult zich op met het heerlijke gevoel van dat je je helemaal op je gemak voelt… Helemaal op je gemak op je bank, heerlijk… Je bent helemaal heerlijk niks aan het doen en stel je voor dat gevoel heeft een kleur… Wat voor kleur zou dat dan zijn?”
Osca: “Fuchsia roze”
“Fuchsia roze helemaal door je hele lichaam… Wanneer je nu denkt met dit gevoel aan dat moment op dat bed met die hond en je moeder, wat gebeurt er nu?”
Ze gaf aan dat er niets gebeurde, misschien een vezeltje dat nog wat deed.
Ik gaf aan dat ze dat fuchsia roze helemaal door haar lichaam mocht laten gaan, dat gevoel en vroeg haar of ze er ook geluiden bij voelde. Dat was niet het geval.
Ik bevestigde dit gevoel voor haar. Dat heerlijke gevoel van lekker niksen op de bank in stilte en vroeg haar hoe het moment nu voelde als ze dacht aan dat ze haar moeder een kus wilde geven en dat die hond toen beet? Ik gaf ook aan dat als ze zou proberen om die oude spanning op te halen, dat het haar niet zou lukken. En hoe meer ze het zou proberen, hoe meer het niet zou lukken.
Er gebeurde nu helemaal niets. Toen ik vroeg of ze echt niets voelde, gaf ze ook aan dat er echt niets gebeurde. Ik vroeg haar hoe ze dat wist, dit kwam doordat ze dat voelde.
Door even te dubbelchecken versterk je de nieuwe verbindingen die in het brein worden gemaakt om de bangheid voor honden te overwinnen.
Ik vroeg haar te denken aan de training met haar huidige hond en hoe het zou voelen als er dan een hond op haar afkwam.
Het voelde nu als rust, maar ze merkte ook dat ze controle erin wilde houden.
Ik vroeg haar wat voor controle dat was. Dat was dan het gevoel dat die ander met de hond weg zou moeten.
Dan is het de vraag of het met angst of met rust te maken had? Bij haar was er geen angst, er was alleen rust. Het was meer een gewoontegedrag. Dat het haar mechanisme was om het op die manier te doen.
Ik gaf haar ook aan dat je inderdaad ook uit rust kunt controleren. Dat werkt ook beter bij honden. Vanuit rust en autoriteit de leiding hebben. Krachtig, rustig en duidelijk, dat die andere hond gewoon weggaat.
Als het maar duidelijk is, want dan doen honden het gewoon. Dat heeft dan te maken met leiderschap. Dat komt vanuit rust.
Ik vroeg weer hoe het nu voelde als ze erover nadacht. Volgens Osca was gewoon niets.
Ik bevestigde dat dit ook allemaal is geweest. Het is allemaal al gepasseerd. Ik vroeg haar zich voor te stellen dat ze met haar hond buiten loopt en dan komt er zo’n man. Een grote man met tatoeage, een blikje Heineken en drie rottweilers. Wat gebeurt er als je daaraan denkt?
Dan gebeurde er ook niets. Ik vroeg of dat niet apart was? Dat was het niet. En dat is eigenlijk helemaal prima.
Ze zou nu gewoon doorlopen in plaats van verkrampen.
Ik gaf haar de post-hypnotische suggestie:
“Ja, normaal zou je verkrampen… Ja, nu niet dus…. Die honden die komen naar je toe… Of tenminste die komen op je aflopen… Ja, die merken gewoon jouw rust op… Ja, je loopt rustig voorbij. Ja, denken ze… “Ja, dan loop ik ook rustig voorbij”… zo werkt dat hè, in de energie… Jij doet veel met energie dus je weet precies hoe dat werkt… Ja, die beesten denken “Oké ja, prima dan lopen wij ook voorbij”. Ja, en of het nou een rottweiler is, een pitbull of een wolf - bij wijze van spreken - of een Jack Russell… Dat maakt in principe geen verschil. Maar het kan voor ons een verschil zijn in het idee, maar bij jou niet. Nou, dat is toch top.”
Osca gaf toen aan dat dit heel fijn voelde.
Ik wilde nog een testje doen. Dat ze zich zou voorstellen dat ze naar een kennel zou gaan die getraind wordt door zo’n Martin Graus iemand. Die honden zijn helemaal in de war en moeten gedisciplineerd en uit elkaar gehaald worden. Dus dat ze daar is met van die mensen die zeggen “hij doet niets hoor”, terwijl die hond maar aan het blaffen is. Hoe zou ze zich daarbij voelen?
Ook weer niets.
Dus ik gaf aan dat ze als leider van de pack gearriveerd was.
Met honden vind ik dat zelf ook altijd vrij simpel, niet makkelijk, maar het idee is simpel.
Dat ervaarde Osca ook. Zelfs als ze dacht aan honden waar ze normaal met een boogje omheen liep gebeurde er niets.
Ik gaf haar aan dat ze haar ogen open mocht doen.
Bekijk hier de hele sessie:
Wil je net als ik mensen met angsten helpen? Kom dan eens naar een gratis masterclass over hypnose.
Of schrijf je direct in voor een van onze opleidingen.
Bronnen:
1. Onderzoek hypnose honden angst