Epileptische aanval bij kinderen: Hoe hiermee omgaan?

Een tijdje terug hielp ik Janoe, zij heeft een zoontje met zware epileptische aanvallen en maakt zich daar heel veel zorgen om. Ik heb met haar gekeken naar hoe ze kan omgaan met deze situatie. Want hij is vier en heeft dagelijks tientallen aanvallen.

Het liefst wil ik natuurlijk dat hij geen epileptische aanvallen meer heeft.

Hoe komt het nu dat hij epilepsie heeft? Is er een traumatische ervaring?

Haar probleem erbij is dat het natuurlijk vervelend is en het impact heeft op het hele gezin. Ze maakt zich ook heel veel zorgen over zijn welzijn en of hij dit op de lange termijn kan overleven.

Uit de EEG kwam naar voren dat haar kindje het syndroom van Doose heeft, een ernstige vorm van epilepsie waarin alle vormen van aanvallen voor kunnen komen, maar als positieve twist dat hij erover heen kan groeien.

Hoe dat kan is onbekend, maar het kan wel.

Hoelang dat duurt hebben ze niets over gezegd.

Maar er is dus een kans en hypnose is dan echt zoiets van baat het niet, dan schaadt het niet.

Wat wel interessant is, is dat als er wat bij de moeder verandert er ook iets bij Luca kan veranderen. Want je zit nog in de hechtingsperiode.

Het behandelen van de moeder kan soms veel effect hebben op de jongere, dat zien we bij allergieën, hooikoorts en astma. Ik weet niet of het zo is bij epilepsie, maar er is een kans dus we gaan het proberen.

En baat het niet, dan schaadt het niet.

Hij heeft vaak ’s ochtends aanvallen en als dit heel vroeg is kan hij nog verder slapen en dan in de ochtend naar school. Daarvan kan Janoe wakker liggen, want dan denkt ze over hoe ze haar zoontje het beste kan helpen. Alvast wakker maken of niet, gezien de invloed die dat heeft op het krijgen van aanvallen.

Ze ligt dan super gespannen in bed en naast hem.

Ze is bang voor de aanvallen en dan met name de ernstige aanvallen. Dan gilt hij om zijn moeder. Daar schrikt ze van, omdat hij dan ergens bang voor is, maar zij weet niet wat er gebeurt.

Het is angstaanjagend vanwege het geluid dat hij zo bang is en dat zij niet weet wat het is en of je het kunt oplossen, omdat je niet weet wat het is. Dit voelt vreselijk, machteloos.

Verdriet en pijn.

Geschiedenis met Luca

Omdat dit nog de hechtingsperiode is, gaan we even kijken naar hoe de hechting tot nu toe is.

Hoe ging de zwangerschap? Die ging goed en ze wilde ook zwanger worden. Er zijn geen gekke dingen gebeurd. Eerder juist wel, maar nu niets.

Stel je voor het komt door jou… een heel gek idee, maar dan kun je onderzoeken of er iets aan jou is wat hem triggert. Misschien iets uit je jeugd of een patroon van wat je nog steeds doet.

Daarover heeft ze geen idee.

Als je weet dat de hechting prima is gegaan. De zwangerschap, de bevalling en de periode daarna is het goed. Zo niet, dan kan een hypnotherapeut je helpen.

Spanningsgevoel herkennen uit een andere levensfase

Wat je doet heeft veel invloed op je kind, zeker tot zijn/haar zevende levensjaar. Als jij spanning of angsten hebt, dan kan je kind dit vaak voelen.

Door die weg te nemen geef je je kind ook het goede voorbeeld van ontspannen. Hij voelt die ontspanning dan ook.

Je kunt kijken of je het gevoel dat je bij je kind hebt herkend uit een andere levensfase.

Janoe herkende het machteloze gevoel en de pijn en verdriet uit haar leven. In de periode nadat haar vader was overleden aan slokdarmkanker voelde ze zich ook zo.

Haar zoontjes tweede naam is ook dezelfde naam als die van haar vader.

Je kunt dan een oefening uitvoeren waarbij je het spanningsgevoel uit die eerdere levensfase wegneemt.

Bij Janoe kreeg ze de volgende suggesties van mij:

Stel je eens voor dat je vader zich nu helemaal goed voelt. Hij voelt zich fantastisch. Hij heeft geen last meer van die kanker en voelt zich nu helemaal geweldig.

Stel je voor dat je vader dat tegen je zegt.

Stel je dan ook voor dat het voor je vader alleen nog maar beter wordt. Het is nog nooit zo goed geweest zelfs.

Dan hoef je het niet uit te schreeuwen van verdriet. Dan denk je gewoon dat dat heerlijk is voor die man.

Er zijn culturen die dit geloven en die steken je in de fik, laten je afdrijven en vieren feest.

Die pijn is natuurlijk onvermijdelijk, maar dat doen we zelf en dit heeft te maken met wat je gelooft. Als je gelooft dat die persoon pijnvrij is en in het licht, dan kun je ook blij zijn tijdens zo’n begrafenis.

We weten uiteindelijk niet wat er dan gebeurt, maar daarom kun je kiezen wat je erover geloofd.

Ik was vroeger heel bang voor de dood, totdat mijn opa doodging. Toen kreeg ik gedachten met zijn stem. Dat hij het heel goed had en een huisje had. Toen vond ik het niet meer eng.

Lost zo’n positieve gedachte dan het gemis op?

Het kan een fantasie zijn dat je dan gesprekken met ze hebt in je gedachten, maar dan mis je ze ook minder of niet.

Dan voel je je beter. Natuurlijk mis je iemand wel in het begin, omdat hij weg is. Ik heb uiteraard ook gehuild, maar daarna kun je denken dat hij in een andere vorm aanwezig is.

Op die manier kan die persoon ook meer voor je betekenen dan toen.

Soms zie je alleen niet waar die hulp in is verpakt. Of je hebt niet door dat je hulp krijgt.

Die hulp kan bestaan uit dat je je opeens rustig voelt, dat er even iemand langskomt, dat je dit blog leest, een onbekende die zegt dat je er leuk uit ziet vandaag in de winkel.

Het kan uit heel veel dingen bestaan die je niet verwacht. Je kunt zeggen dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn of de wegen van die overleden persoon.

Dit brengt dan weer een gevoel van vertrouwen en het gevoel dat het goed is met zich mee.

Een vader wil dat zijn kinderen gelukkig zijn. Jij wilt dat je kind gezond en gelukkig is.

Dus als respect naar de overledenen toe kun je ook een topleven hebben.

Je laat dan zien aan je vader dat het goed gaat. Je weet dan dat hij het ziet.

Als je dan toch het idee hebt dat je vader er toch nog even is, kun je hem net zo goed gebruiken om meer vertrouwen te hebben in de toekomst.

Je kunt het vertrouwen voelen door bijvoorbeeld aan je vader te vragen of hij je zoon wil beschermen.

“Pap, wil jij mijn zoon beschermen?”

Als je dit vertrouwen dan hebt, dan is in ieder geval die stress al weg.

Ontspannen voor meer vertrouwen in de toekomst

Gedachten hebben veel invloed op hoe je je voelt. Janoe had als “probleem” dat ze heel plannerig was. Ze plande in gedachten al maanden of jaren vooruit en dan ook de problemen waar Luca tegenaan zou lopen.

Er werden alvast oplossingen gepland en ook alvast problemen, want anders kun je geen oplossingen plannen.

En dat is heel lastig, want al die gedachten geven onrust en zorgen ervoor dat je je als ouder niet goed voelt.

Luca heeft er ook niets aan als zijn moeder het slecht heeft. Hij heeft al problemen. Het enige wat je dan als moeder kunt doen is rustig zijn en blijven.

Er zijn maar twee tijden. Nu en niet-nu. Niet-nu is te abstract. In niet-nu kan van alles gebeuren.

Je kan van alles bedenken en plannen, maar het komt toch nooit zoals je het plant.

En op het moment dat er iets gebeurt vind jij een manier om ermee om te gaan.

De rest van de tijd hoef je daar niet over na te denken. Dat is verspilde energie van het moment. Dit trekt het geluk uit het moment, want in plaats van genieten van het nu, ben je bezig met een niet-nu toekomst die helemaal niet vaststaat.

Dat is makkelijk gezegd en zeker als je goed bent in plannen. Dan wil je alvast problemen plannen om te zien of je die kunt oplossen, maar dat werkt natuurlijk niet.

Met mindfulness kun je oefenen om meer in het nu te zijn en meer vertrouwen te hebben in de toekomst.

Je kind eigenwaarde geven ongeacht zijn gezondheid

Nu ze met vertrouwen en liefde kan denken en ze denkt aan haar zoontje, dan voelt ze liefde met een beetje pijn. Die pijn is vaak angst, want liefde is geen pijn.

Ze is bang dat hij valt en dan overlijdt en als hij leeft dat hij dan niet gelukkig wordt of kan zijn.

Alleen epilepsie en het idee van een valse start van het leven heeft niets te maken met of hij gelukkig kan zijn.

Dit moet hij zelf doen en als moeder kun je dan vooral het goede voorbeeld geven door zelf gelukkig te zijn.

Maar stel je dan eens voor dat hij eigenwaarde heeft en een grap kan maken van epilepsie. Dat hij de klas vertelt: ”Ja, soms val ik, maar er is niets aan de hand. Dat is epilepsie.”

Dan is het gewoon maar zo.

Hoe normaler je er zelf over doet, hoe normaler hij het ook gaat vinden.

Het gaat vaak om eigenwaarde. Er zijn mensen met iets in het gezicht en het boeit ze niet. Die denken: “Ja, ik ben gewoon zo en daar mag een ander mee dealen.”

Dus je kunt accepteren hoe het is en dan kun je werken aan eigenwaarde voor die jongen.

“Jij bent heel speciaal, want wie heeft dit nu verder?”

Voor kinderen is dat leuk. Hij krijgt dan het gevoel dat het bij hem hoort, hij accepteert het en dan voelt hij dat het hem bijzonder maakt in plaats van zwak.

Je hebt veel invloed op hoe hij zich voelt.

Tijdens het dubbelchecken kwam naar voren dat ze nu inderdaad voelde dat hij prima gelukkig kan worden. Hij is nu gelukkig, dus waarom zou dat in de toekomst niet zo zijn?

Ze voelde zich veel rustiger.

Beluister ook de sessie:

https://www.buzzsprout.com/195236/6947819-wat-te-doen-als-je-zoontje-zwaar-epileptisch-is-en-misschien-niet-overleeft?play=true

Hoe bedenk je nu wat je zegt tegen iemand die angst voor haar kind heeft? Dat is iets wat leert tijdens de opleiding van het Hypnose Instituut Nederland.

Super handig als jij mensen wilt helpen.

Wil je weten hoe hypnose werkt? Kom dan eens naar de gratis online masterclass over hypnose.

Of schrijf je direct in voor een van onze opleidingen. Ideaal voor coaches en andere hulpverleners.