Onlangs hielp ik een vrouw die na vijftien jaar was gestopt met maagzuurremmers, alleen toen kwam het probleem van de maagklachten weer terug. Dus wat doe je dan? Dan zet je de wekker zodat je live op Instagram hulp kunt krijgen, natuurlijk 😉.
Fysieke klachten kunnen een fysieke oorzaak hebben
Eerst heb ik bij haar gecontroleerd of ze allerlei onderzoeken heeft gehad. Dit is belangrijk om te doen bij fysieke klachten. Hebben artsen al onderzocht? Is er onderzoek geweest? Als je dat allemaal hebt gecontroleerd, dan kun je beginnen met hypnotherapie.
De theorie van de cliënt
In het voorgesprek kun je bij je cliënten aftasten wat ze zelf denken wat de oorzaak is van een probleem.
Dus ik vroeg haar wanneer dit probleem eigenlijk begonnen was. Ze had hier voor het eerst mee te maken rond haar 14e levensjaar. Thuis was de situatie niet zo prettig en op de middelbare school ook niet. Ze kende wel veel mensen, maar daar had ze geen diepe connectie mee.
Tot haar achtste levensjaar ging school eigenlijk heel goed. Toen is ze verhuisd doordat haar ouders een café begonnen. Hierdoor waren ze niet beschikbaar, ondanks dat ze naast het café woonden. Ze zorgde hierdoor ook voor haar jongere zusje.
Voor haar achtste levensjaar was alles wel normaal. Zeker in haar herinnering. Toen wilde de school haar zelfs een jaar laten overslaan. Maar op de middelbare school ging het niet, waardoor havo/vwo niet lukte en zelfs de mavo niet.
Ze voelde zich ook niet geliefd of begrepen, ook niet op school.
Op dit moment in haar leven voelt ze zich ook meestal niet geliefd, maar soms wel. In haar huidige vriendinnengroepje voelt ze zich wel geliefd. Met die vriendinnen studeert ze en hebben ze diepzinnige gesprekken.
Maar ook dan kan er wel eens een verschil zijn. Zo wilde ze een vriendin eens een masterclass laten zien, maar die onderbrak dat halverwege met de zin “Ja, dat weet ik allemaal al.”
Dit zag zij aan gebrek van interesse, maar ik gaf de suggestie dat die vrouw meer de rol van een “alwetende” op zich nam. Rationeel gezien begreep ze dit, maar gevoelsmatig kwam er toch een gevoel van “dan tel ik niet mee” en kreeg ze het gevoel dat ze dan voor zichzelf moet opkomen, zonder dat het explodeert.
Dus toen gaf ik aan, uiteindelijk begint het bij de trigger, want als je niet getriggerd raakt hoef je ook niet voor jezelf op te komen.
Ook thuis en op school had ze vroeger het gevoel dat ze niet meetelde.
Spontane regressie
Er ontstond een spontane regressie van een moment waarop ze thuiskwam. De deur naar het café opendeed om haar moeder aan te spreken, maar haar moeder negeerde haar compleet. Dus dat was “de laatste keer dat ik mijn moeder nodig had.”
Ik herkende dit ook als het moment wat de laatste keer was dat ze überhaupt iemand nodig had. Dus ik vroeg wat ze toen besloot. Dat wist ze niet meer goed, dus toen ging ik van de spontane regressie even een bewuste regressie maken waarin we werken met haar innerlijke kind. Met die bewuste regressie repareer je een belemmerende overtuiging[1].
Wanneer je dan ook werkt met het innerlijke kind kun je reacties op bepaalde triggers veranderen[2].
Werken met het innerlijke kind
“Doe je ogen maar even dicht… dus je komt binnen … je bent 8 jaar… je komt uit school om half vier en mama die staat daar en je roept haar “mama”, maar ze reageert niet… “mama, mama, mama”… nu draait ze zich om en zegt ze “nu even niet, ik ben even met die meneer aan het praten”, hoe voelt dat nu je dit zo hoort?”
Dat weet ze niet meer.
Edwin: “Maar wat zou je willen doen?”
Vrouw: “Misschien toch doorlopen naar haar toe.”
Edwin: “Doe maar, loop maar naar haar toe… wat gebeurt er nu?”
Vrouw: “Ze vindt het vervelend dat ik haar stoor.”
Edwin: “Ja, en wat zou je haar willen zeggen of wat wil je doen?”
Vrouw: “Ik wil gewoon haar aandacht en dat ze wel naar me kijkt.”
Edwin: “Zeg dat maar tegen haar, zeg maar “Ik wil dat je naar me kijkt en ik wil dat je me ziet.”
Ik geef haar even de tijd om dit te verwerken en ga verder “Oké, dan tel ik zo tot 3, dan knip ik in mijn vingers en dan ben je je moeder. 1,2,3, nu (knip in de vingers). Stap in je moeder…je bent je moeder en je hoort je dochtertje zeggen “ik wil dat je me ziet, ik wil dat je me aankijkt”, wat vind je daarvan?”
Vrouw in rol van haar moeder “Mijn moeder wil dat wel, maar ze kan het niet.”
Edwin: “Nee, je kan het niet. Dus je bent nu je moeder en je kan het niet. Hoe komt het dat je dat niet kan?”
Vrouw in rol van haar moeder “Zelf nooit gehad.”
Ik was wel verbaasd, maar toen vroeg ik of ze van haar dochter hield.
“Ja”
Ligt het aan je dochtertje dat je het niet kan?
“Nee”
Dus heeft ze een beetje gelijk?
“Ja”
Oké, zeg maar tegen haar ‘Ik hou van je, Je hebt gelijk, Het ligt niet aan jou, ik kan het niet.’
De vrouw herhaalde dit.
Edwin: “Het spijt me”
Ook dit werd herhaald.
Edwin: “Oké, dan tel ik weer 123 en knip ik in mijn vingers en dan ben je jezelf toen je 8 jaar was. 123 (knip) je bent jezelf en je hoort je moeder zeggen “ik hou van je, het ligt niet aan jou, het spijt me, ik kan gewoon niet anders”, wat vind je daarvan?”
Vrouw “Ik kan het begrijpen als volwassene nu, maar niet als kind, want oma is er toch altijd?”
Toen gaf ik haar de opdracht om dat tegen haar moeder te zeggen.
“Oma is er altijd”
En wat zegt je moeder dan?
“Ja, dat weet ik wel.”
Ja, zeg ik er zijn is niet hetzelfde als er zijn.
Begrijp je dat je moeder dat zo ervaart? De vrouw antwoord hierop dat haar moeder ook zo’n soort jeugd heeft gehad en dat ze begreep dat haar moeder ook geboren is met slechte kaarten.
Zeg dan maar tegen je moeder “Mama ik begrijp je en ik vergeef je”
Dit herhaalde ze.
Toen gaf ik de suggestie: “Goed zo, en dan zie je jezelf. Je kijkt nu naar jezelf. Je bent 8 jaar en je ziet dat meisje glimlachen, want ze begrijpt het. Ze begrijpt dat, ja. Ook al is iemand het de hele dag en je hoeft het nog steeds niet te zijn, en de mama heeft dat geleerd van oma. Oma misschien ook wel van haar moeder, dat weten we niet. Misschien wel, misschien daarvoor ook al. Ook al waren ze daar, maar ja, misschien fysiek misschien, maar niet misschien emotioneel, omdat ze dat nog nooit geleerd had.
En nu je dit begrijpt, weet je ook dat het niet in jou ligt, het ligt niet aan jou. Je had ook gelijk, je hebt ook gelijk, want het voelt al heel apart. Ik denk, hoe kan dat nou, maar dat klopt er, en jij gaat het vanaf nu anders doen, en je ziet dat meisje van 8 jaar glimlachen. Ik denk, ja, ik weet niet hoe nog, maar ik ga het anders doen. Ik ga dat gewoon anders doen. Ik ga gewoon wel emotioneel beschikbaar zijn. En hoe ik dat ga doen, weet ik niet, en ik weet niet eens misschien wat het nu betekent, maar ik ga dat gewoon doen. Ik bevrijd mezelf, en je ziet jezelf, 8 jaar, glimlachen, en je zegt tegen jezelf “Ik vergeef je” zeg maar”
Vrouw: “Ik vergeef jou”
“En dan zie je dat meisje lachen, en ze wordt lichter en lichter, en het wordt helemaal, ze wordt helemaal licht, als het ware, sinds bevrijd van alles waar ze maar bevrijd van zou kunnen worden, generationeel, emotioneel, mentaal ben je nu vrij.
En je knuffelt haar, dat meisje van acht, en ze versmelt in jou, en ze groeit op, ze wordt 9 jaar, 10 jaar, 11 jaar, 12 jaar, en alles verandert. Al die situaties veranderen, want ze voelt, ze voelt zich sterk, ze voelt zich krachtig, vrij, blij, vrolijk, 10, 11, 12, 13, ook op de middelbare school, de middelbare school, dus heel anders, want ze voelt zich prima. Ze telt mee, ze voelt zich oké, want het is allemaal prima, want het ligt niet aan haar. Ze mag haar gevoel gewoon volgen, want dat klopt, en ze groeit daarin op. Ze wordt 15, 16, 17, 18, 20, 25, 30, helemaal tot nu, helemaal tot nu. Groeit ze op en alles wordt lichter, en alle situaties veranderen in een wit helder licht. Terwijl je dat zo voelt en ervaart, wat gebeurt er nu?”
Het voelde een beetje raar. Haar lichaam kriebelde helemaal alsof haar cellen aan het jeuken zijn. Ik noemde dat juichende cellen.
Het goede gevoel koppelen aan het probleem
Toen kwam ik weer even terug op de maag en gaf ik daar een extra suggestie voor.
“Kijk, als dat natuurlijk de hele tijd op je maag … op de een of andere manier heeft gelegen, en het is nu weg, dan zou het zomaar kunnen dat het … het genezingsproces wordt in gang gezet. Ja, dus dat zou zomaar kunnen … dat je dat inderdaad overal voelt. En als je nu denkt van, het idee, "Ik tel mee”, wat gebeurt er nu?"
Ze voelde zichzelf groter worden. Ze moet er zijn en ze mag er zijn. Ook het moeten is wel een thema. Ik moet er ook zijn, ik mag nog niet weg.
Toen vroeg ik hoe ze dat bedoelde.
Ze bedoelde dat ze nog dingen te doen had.
Dat is toch top, dat je er mag zijn en dat je nog dingen mag doen.
Relaties goed houden door nieuwe inzichten
Als je merkt dat je cliënt het heeft over bepaalde voorvallen met belangrijke mensen is het belangrijk om ze inzichten te geven, zodat die relaties gezond verder kunnen gaan.
Je wilt ook niet iemand helpen met het zelfvertrouwen en assertiviteit en er daardoor voor zorgen dat ze alleen nog maar ruzie maken met hun omgeving, zeker als dit helemaal niet nodig is.
Dus ik koppelde nog even terug naar de herinnering van de vriendin die alles al wist bij de masterclass en vroeg ik wat er nu gebeurt als ze daaraan terugdacht.
Haar hele mindset over die herinnering was veranderd, in plaats van dat ze zich beledigd voelde, voelde ze het meer als zonde dat die vriendin een kans mist op super veel te leren. Beetje dom van die vriendin, maar het is ok dat ze dat mist.
Toen gaf ik haar de suggestie dat die vriendin het misschien zelfs ook wel weet, op haar manier.
Dan kun je je afvragen of je ook toepast wat je allemaal weet. Ik weet ook heel veel, maar ik doe echt niet alles wat ik weet.
En misschien vindt die vriendin het belangrijker om met haar te studeren, dan om samen met haar een masterclass te kijken. Dat ze jou waardevoller vindt om mee samen te zijn dan om naar een masterclass te kijken.
Misschien denkt ze ook dat ze weinig tijd heeft en dat ze gewoon graag wil oefenen.
Er zijn veel variabelen die niets met jou te maken hebben, maar die meer met haar te maken hebben. Met wat zij belangrijk vindt.
“Kijk, wij weten onze intentie, hè. Maar we, maar we weten niet de ander, eh, zijn of hij kent 'ie dus, dus de ander die keurt we goed of juist niet goed op gedrag, hè. Jij doet dit, maar niet op intentie. En onszelf kunnen we altijd op intentie. Ja, maar ik bedoelde het goed. Ja, maar eh, ja, maar jij hebt het verkeerd begrepen, want ik bedoelde het... puntje, puntje. En dat denk ik dus altijd als iemand een bepaald gedrag vertoont, denk ik: Ja, maar ik weet helemaal niet de intentie. Misschien eh, bedoelt iemand het heel anders dan dat ik nu denk. Nou, en ik, negen van de 10 keer, is dat ook zo. En ik ben echt best wel paranormaal begaafd, maar zelf daar vergeet ik me nog wel eens. Zin ik denk: Ah, de intentie, wat altijd wel weer anders. Dus daar ben ik ook mee gestopt, dan denk ik: Oeh, dit is wel apart gedrag. Soms trappen kunnen we ook nog wel in, hoor. En dan denk je ook: Serieus, moet je dat nou zeggen of doen of wat dan ook? Maar dan hoor je achteraf de intentie of iemands verhaal, waar iemand vandaan komt, in één keer oké ... Ja, nou eigenlijk nu begrijp ik het eigenlijk wel.”
Vrouw: Ja, je weet dit als je bewust gaat nadenken, maar ik wil dit graag automatisch kunnen denken.
Dat gaat ook met oefenen.
Hoe voelt de situatie met de masterclass met die vriendin nu?
Voor haar voelde het onbegrijpelijk dat ze het zo gevoeld had. Tijdens de confrontatie had die vriendin ook zo’n gevoel van “ik weet niet waar je het over hebt”, dus dat het inderdaad niet zo bedoeld was.
Omgang met de trigger veranderen
In je leven kom je vaker van die situaties tegen en op gegeven moment heb je door dat je een trigger hebt en dan kun je uitzoeken wat je met die trigger kunt doen. Hoe je daarmee kunt omgaan.
Daarover gaf ik de volgende suggestie: “Maar … het is altijd goed om, wanneer we dan bijvoorbeeld zoiets meemaken om dan te bedenken: Oh ja, oh, dat is er weer zo een (de trigger)… Oh, dit is net als met die vriendin. Oh ja, eh, hoe was het ook alweer afgelopen? Eh, waarschijnlijk zal dit ook zo aflopen … en dat is moeilijk, maar het helpt mij altijd.
Ik weet de intentie niet in die zin, gewoon intentie, intentie. Wat zal de intentie zijn van die persoon? Ik heb geen idee. Ik kan het raden, maar ik weet het niet. Ik ga ervan uit dat het goed is. Voor die persoon hoeft het niet per se goed te zijn voor mij, maar voor die persoon, denk ik … nou oké. Weet je … het zal wel, en ja, en ik ga kijken wat ik met die trigger kan … Ja, want net als dat je bijvoorbeeld nu zeg maar begrijpt van: "Oh ja, mijn moeder die is al gevoeld." Weet je, allemaal begrijpen we dat… het zijn natuurlijk geen excuses … per se, maar dat is een begrip.
En dat denk je: Ja, maar iedereen heeft zo zijn eigen verhaal, of haar eigen verhaal. Jij hebt je verhaal, je moeder, je vriendin, ik, mensen die kijken, en als we elkaars verhaal echt zouden begrijpen en in elkaars schoenen zouden staan, zouden we precies zo denken, geloven, voelen en begrijpen van oh natuurlijk… En dan komen we er eigenlijk achter dat, ik denk, 98% van de mensen het gewoon allemaal goed bedoelen, en twee procent, dat zijn gewoon psychopaten … maar ja, die bedoelen het voor zichzelf ook goed.
We zijn in principe … je zou kunnen zeggen, normale mensen in een gestoorde wereld. Ja, en probeer je er maar eens een beetje aan te passen en al die gekkigheid. Ja, dat is nog best wel een ding voor iedereen. Maar ja, en de ene doet het zo en de andere doet het zo, en dan kom je op school en dan voel je je alsof je niet meetelt… Of dat gevoel dat je niet meetelt. Nou, en dan neem je dat mee de rest van je leven, een beetje… Nou, en dan wordt het veranderd... En ja, en iedereen heeft zo zijn trein, joh. Ja, dat is echt een ding.
Als je nu terugdenkt aan de brugklas, wat gebeurt er nu?”
Vrouw: “Ik heb nu het gevoel dat veel andere mensen dezelfde situatie hebben gehad. Je ziet niet aan kinderen hoe de thuissituatie is en je weet zelf als kind ook niet hoe je situatie is. Daar kom je pas achter als je bij andere komt of als je ouder bent. “
Het lichaam voelde nu goed. Of de maagklachten nu weg zijn komt ze pas later op de dag achter. De kriebeltjes waren wel weg, dus die waren al opgenomen in haar lichaam.
Het idee van “ik tel mee” had ze wel het gevoel dat ze veel invloed heeft op het leven van mensen en dat ze het gevoel wil hebben dat ze haar erbij willen hebben.
Het probleem van dat gevoel is dat je dan veel macht bij andere mensen legt. Want die moeten dan iets doen, dan ligt het niet meer bij jou.
Een tip is wel dat je mensen geeft wat ze willen, dat helpt heel erg om uitgenodigd te worden (Uit het boek How to win friends en influence people, Dale Carnagie). En dan moet je dus gaan achterhalen wat mensen willen. Dus dat is niet door te pleasen. Je zoekt uit wat mensen nodig hebben en geeft ze dat, zonder dat je wat terug verwacht.
Bekijk hier de hele sessie.
Wil jij ook mensen helpen met hypnose? Kom dan eens naar de gratis online masterclass.
Of schrijf je in voor een van onze opleidingen.
Bronnen: